Woordvoerders moeten niet bang zijn voor de toekomst. Dat bleek donderdagavond tijdens een event dat BelgaClub organiseerde bij Living Tomorrow in Vilvoorde. De toekomst van de media, en dus voor een stuk van woordvoerders, zit vol bedreigingen maar kent ook leuke opportuniteiten.
BelgaClub nodigde haar leden uit bij Living Tomorrow in Vilvoorde voor een uiteenzetting over de toekomst van de media. Dat ook de rol van de woordvoerder de komende jaren zal veranderen, hoeft niet te betekenen dat woordvoerders overbodig worden. Astrid Bastiaens en Nicolas Farmakidis, beiden innovation designer bij TomorrowLab, gaven de deelnemers een blik op de toekomst aan de hand van technologische innovaties en reeds veranderde gewoonten van gebruikers. “Momenteel zien we dat er drie grote veranderingen plaatsvinden”, zegt Bastiaens. “Het klimaat wordt belangrijker, digitale bedrijven winnen steeds meer aan belang en de (nieuws)gewoonten van mensen veranderen. Het ecosysteem van het nieuws is als het ware aan het veranderen.”
Mee nadenken over nieuws
TomorrowLab merkt dat jongeren anders met nieuwsberichten omgaan dan ouderen. De dagelijkse nieuwsconsumptie bij jongeren daalt, in tegenstelling tot de ouderen wier nieuwsconsumptie stijgt. Het is dus belangrijk dat media daarop inspelen. De rol van de woordvoerder evolueert mee met deze trend: woordvoerders moeten in hun communicatie steeds vaker mee nadenken over hoe iets in beeld gebracht kan worden, getuigen voorzien en de journalist zoveel mogelijk ondersteunen in het afleveren van een nieuwsbericht dat afgestemd is op de gewenste doelgroep.
Sneller dan ooit
Waar nieuws enkele decennia geleden beperkt was tot geschreven nieuwsberichten en één televisieuitzending per dag, gaat het vandaag steeds sneller. Mensen verwachten up-to-date nieuws waar en wanneer ze zelf willen en op verschillende devices. Beeld wordt belangrijker dan woord en kort nieuws wint van lange uitgebreide interviews. De moeilijkheid hiervan is dat er vaak weinig ruimte is voor duiding. Snelheid is cruciaal, dat moeten ook woordvoerders beseffen. “Als ik nu iets op Twitter zet, kan er een kwartier later al een nieuwsartikel over mijn tweet online staan”, getuigt Stef Gits (Toerisme Vlaanderen) hierover. Ook dit is een uitdaging waar woordvoerders rekening moeten mee houden.
Eigen kanalen
Door de komst van nieuwe technologieën gaan woordvoerders ook steeds vaker communiceren via hun eigen kanalen. Daarmee wordt de journalist overbodig en wordt rechtstreeks naar de buitenwereld gecommuniceerd. Toch zijn de meeste woordvoerders het eens dat blijven communiceren via de pers belangrijk blijft. “De relatie woordvoerder-journalist is er één van vertrouwen, en die relatie is cruciaal”, klinkt het in getuigenissen van onder meer Sarah Vercauteren (DPG Group), Leen Du Bois (VUTG), Barbara Van Speybroeck (bpost) en Dominique Dehaene (skeyes). “Wij communiceren groot nieuws nog altijd via de klassieke pers, maar merken nadien wel een verhoogde activiteit op onze eigen kanalen”, zegt Jan Pieter Boodts van Studio 100.
Nieuwsindigestie
Of de klassieke media zullen blijven bestaan, wordt bepaald door de jongeren van vandaag. Zij zullen bepalen hoe ze hun nieuwsberichten in de toekomst willen krijgen. Evolueren we naar een ongecontroleerde massa berichten, of beginnen we te filteren waardoor meer ingezet wordt op kwaliteit? De grootste uitdagingen zijn ongetwijfeld de grote massa aan berichten en de strijd tegen desinformatie. Gaan de GAFA’s (Google, Amazon, Facebook en Apple) zelf nieuws verspreiden en de klassieke media als leverancier beschouwen? En welke waarde gaan ze aan het nieuws geven: wordt het betrouwbaar en gecontroleerd, of geven ze een platform aan iedereen? De woordvoerder zal hiervoor alert moeten blijven en bepalen in welke mate hij contact wil houden met de gebruikers. Elf procent van de bevolking is bereid om te betalen voor nieuws omdat het vertrouwen in de pers nog steeds vrij groot is, mogelijk wordt de vraag naar nieuws on demand steeds groter.
Conclusie van de avond: de toekomst van de media kent heel wat bedreigingen, mede door de komst van technologie en tijdsdruk, maar er blijven opportuniteiten voor de woordvoerder om zijn plekje daarin te behouden. Wanneer het vertrouwen tussen beide goed blijft, kunnen ze samen evolueren naar de berichtgeving van de toekomst.
